GEREDJA INDJILI MALUKU (G.I.M.)
DE MOLUKSE EVANGELISCHE KERK
De Geredja Indjili Maluku, verkort G.I.M., is een zelfstandige Kerk in Nederland. Deze Kerk bestaat uit alle plaatselijke gemeenten, binnen de grenzen van Nederland, die door de GIM zelf werden geïnstitueerd en/of op eigen verzoek toegelaten en geregistreerd zijn in het instituut GIM.
In overeenstemming met haar belijdenis en overtuiging is de GIM een openbaring van de ene heilige algemene Kerk, gegrond op Jezus Christus, zoals Hij is geopenbaard in de Heilige Schrift en de Apostolische Geloofsbelijdenis. Mitsdien vormt zij de Gemeente van Christus toegewijd aan dienstbetoon, zij bestaat niet om gediend te worden, maar om te dienen (Matheus 20:28) om te getuigen van de liefde van God in de gehele wereld.
De Molukse Evangelische Kerk vind haar oorsprong in de moederkerk, de Gereja Protestan Maluku (GPM). Het is de grootste protestantse kerk voor de Molukse gemeenschap in Nederland. In 2011 telde de GIM ongeveer 25.000 leden verdeeld over 65 plaatselijke kerken.
VOORGESCHIEDENIS
De oorsprong van de Geredja Indjili Maluku ligt in het werk van missie en zending op de zuidelijke Molukken. Vanaf 1511 kwamen Portugese handelaars naar de Molukken op zoek naar specerijen, zoals kruidnagel, nootmuskaat en foelie. In hun spoor volgden missionarissen als Franciscus Xaverius die het katholicisme introduceerden, wat door veel Molukkers als religie werd aangenomen. Dit is onder andere nog te zien aan het woord voor kerk, Gereja, dat is afgeleid van het Portugese woord Igreja.
In 1605, na de komst van de Nederlanders, werden deze christenen grotendeels protestants. Zij behoorden tot de gereformeerde kerk en werden later deel van de Indische Kerk. De plaatselijke gemeenten werden meestal geleid door Molukse schoolmeesters en voorgangers, maar de kerk als geheel stond onder Nederlandse leiding. In 1935 kregen de Maleistalige Molukkers een onafhankelijke kerk - los van de Nederlandse Indische Kerk - de Gereja Protestan Maluku (Molukse Protestantse Kerk).
DE MOLUKSE KERK EN DE INDONESISCHE ONAFHANKELIJKHEID
Op 17 augustus 1945 werd de onafhankelijke Republik Indonesia uitgeroepen. Na ruim vier jaar van militaire acties en moeizame onderhandelingen droegen de Nederlanders de onafhankelijkheid over aan de Verenigde Staten van Indonesië, die op 27 december 1949 waren opgericht. Hierin was de Republiek slechts een van een zestiental staten - zij het de belangrijkste. De Molukken behoorden tot de staat Oost-Indonesië.
Op 25 april 1950, werd de onafhankelijkheid van de Republiek der Zuid-Molukken (Republik Maluku Selatan; RMS) geproclameerd. De GPM was openlijk solidair met de RMS, totdat er een massale militaire invasie werd gepleegd door de Indonesiërs. De GPM werd gedwongen om zich neer te leggen bij het bestaan van de eenheidsstaat Republiek Indonesië, die officieel werd uitgeroepen op 17 augustus 1950.
ONTSTAAN GEREDJA INDJILI MALUKU (GIM)
In 1951 werden de Molukse KNIL-militairen met hun gezinnen naar Nederland overgebracht en daar gedemobiliseerd. Zij waren, voor zover protestants, aanvankelijk kerkelijk georganiseerd in de Gereja Protestan Maluku di Belanda (Moluks-Protestantse Kerk in Nederland).
De protestantse Molukse kerk op Ambon verstuurde naar aanleiding van de herdenking van de Indonesische onafhankelijkheid op 17 augustus 1951 aan de Molukse gemeenschap in Nederland de volgende boodschap: "Alle leden van de Moederkerk worden opgeroepen om de Republiek Indonesia te erkennen als een door God geplaatste overheid." Deze kanselboodschap werd tweetalig in de nieuwsbrieven van de Nederlandse Kerken uitgegeven. De boodschap was dus dat de Molukkers in Nederland het RMS-ideaal moesten opgeven. Deze weigerden dat te doen en richtten op 24 november 1952 de Geredja Indjili Maluku op, de Molukse Evangelische kerk. Deze stond los van de Republiek Indonesië en was dus een zelfstandige kerk die het ideaal van een zelfstandige RMS uitdroeg.